Onze psychische aanvalswapens
Blog 3

Onze psychische aanvalswapens

Als we psychisch erg geraakt worden zijn er in basis twee aanvalsmogelijkheden (we laten de defensieve mogelijkheden hier buiten beschouwing); Offensief openlijk en offensief verborgen. Offensief openlijk is schreeuwen, venijnige opmerkingen, huilen, boosheid etc. De offensief verborgen reacties zijn manipulatie, roddelen, samenzwering, ondergronds verzet etc. Afhankelijk van ons karakter (dat is het innerlijke krachtenspel wat uiterlijk zichtbaar wordt) komen we in één van de twee reactiepatronen terecht. Deze aanvalswapens hebben we nodig om (psychisch) te overleven.
Nu is het interessante, als we naar de natuur kijken, dat dieren die goed georganiseerd zijn hun evolutionair bepaalde en ontworpen aanvalswapens ook weer kwijt raken. Denk aan mieren, bijen die geen slagtanden, klauwen gif, stekels etc. meer hebben omdat zich zodanig georganiseerd hebben dat het geheel meer is dan de som der delen.

De zelfbewuste mens is daarvan een goede analogie. Deze heeft immers ‘werk’ gemaakt van zijn ontwikkeling en heeft, volgens goede Jungiaanse traditie, zijn complexen zodanig van vijand tot vriend omgevormd dat zij tot een soort innerlijke samenwerking komen. Het koor in de film as it is in Heaven laat dat visueel mooi zien dat alle koorleden (complexen) hun eigen stem (het –ik- van het complex) laten samenwerken om tot één organisatie (koorzang ofwel bewustzijn) te komen. Het is een snelle weergave van het individuatieproces van Jung waarin uiteindelijk de tegenstellingen worden verenigd (bewust/onbewust, persoonlijk/collectief, goed/kwaad etc.)

Het is interessant te zien dat mensen die hun innerlijke tegenstellingen bewust weten te krijgen en deze kunnen integreren in hun ‘zijn’, zodanig georganiseerd raken dat hun aanvalswapens verminderen of, in een vergevorderd stadium van individuatie, zelfs kunnen verdwijnen. Deze mensen reageren dus anders op situaties dan de gemiddelde mens.
We hoeven niet meer scherp van de tongriem te zijn (openlijk offensief), we hoeven niet meer achter de rug om verhalen te vertellen (verborgen offensief) omdat we innerlijk zodanig georganiseerd zijn, dat het niet meer als een aanval wordt ervaren. Dit cursieve is van essentieel belang. Bij minder of geen bewustzijn lijkt het dat de aanval wordt afgeslagen, niet binnenkomt door onverschilligheid of rationeel wordt weggeredeneerd. Echter, dat lijkt alleen maar zo omdat er van het eigen referentiekader wordt uitgegaan dat dit stadium nog niet bereikt heeft. Maar bij de zelfbewuste mens wordt het niet meer als een aanval ervaren. Het heeft geen aanhaakpunt in jezelf meer!

Dit type mens is zeer inspirerend omdat zij op een geheel andere manier reageren op verbale aanvallen dan anderen. Ik heb dit van nabij mee mogen maken en kon mij niet aan de verzuchting onttrekken: “Er is voor mij nog veel werk aan de winkel!”

Eduard Baas